Leerlingenonderzoek

Bij de IMAGE-deelstudie ‘Leerlingenonderzoek’ wordt onderzocht hoe ontwikkelingsbehoeften van leerlingen met begaafdheidskenmerken vastgesteld worden en welke onderwijsaanpassingen er geboden worden om hierop aan te sluiten.

De resultaten van de eerste meting van deze deelstudie zijn nu openbaar. Je kunt deze resultaten vinden in de voortgangsrapportage en in de bijbehorende infographic die hieronder staat. Ook kun je de webinar bekijken waarin een deel van de resultaten worden gepresenteerd door Harriët Prins.

In onderstaande video licht onderzoeker Djoerd de Graaf (SEO Economisch Onderzoek) de inhoud en opzet van de hele deelstudie toe.

Om inzicht te krijgen in de impact van verschillende typen onderwijsaanpassingen op de ontwikkeling van (begaafde) leerlingen is in 2022, de eerste fase van dit onderzoek, de huidige praktijksituatie in kaart gebracht. Daarbij is gekeken naar mogelijkheden die er zijn in het basisonderwijs, in de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs en in het voortgezet onderwijs. Te denken valt hierbij aan deeltijd of voltijds peergroep onderwijs, vormen van versnelling en/of een gedifferentieerd aanbod in de eigen groep, zoals het compacten en verrijken van reguliere lesstof. In de overgangsfase van po en vo is gekeken naar initiatieven als 10-14 onderwijs, tussenjaren, vervroegd meelopen op het vo, et cetera.

Aan leraren is gevraagd welke leerlingen deelnemen aan de verschillende onderwijsaanpassingen, wat de gestelde doelen zijn bij de geboden mogelijkheden en hoe bepaald wordt welke leerlingen hier behoefte aan hebben. De informatie over de selectie van leerlingen en over het aanbod wordt gecombineerd met achtergrondkenmerken, bijvoorbeeld sociaal economische status, migratieachtergrond en geslacht.

Aan leerlingen is via enquêtes gevraagd hoe de geboden mogelijkheden hen bevallen. Naast hun mening over het aanbod is de Raven test afgenomen die een indicatie geeft van hun cognitieve vermogens en ze hebben een opdracht gemaakt die een beroep doet op hun creativiteit.Twee jaar na de eerste meting wordt opnieuw een meting uitgevoerd bij deze leerlingen. Dan wordt gekeken wat het verschil is ten opzicht van de eerste meting. Op deze manier wordt de impact die de verschillende interventies gehad hebben op de ontwikkeling van leerlingen gemeten. Op schoolniveau is het na de 2e meting mogelijk om terug te koppelen hoe het op een specifieke school is gegaan ten opzichte van andere scholen.